zorg buitengebied
Opgave
Afstudeerplan ArtEZ academie van Bouwkunst.
Veel seniore buurtschap bewoners worden gedwongen te verhuizen wanneer ze afhankelijk worden of verwachten te worden van zorg. Ik kan me als architect goed voorstellen dat mensen zich sterk met een plek verbonden voelen. Geworteld zijn met een streek.
Ik gebruik het gebrek aan geschikte woonzorgruimte om een ontwerp te maken dat zich net als de bewoners sterk verbind met de lokatie. Mensen die het sterkst geworteld zijn met de streek. Zij zijn de identiteit van de streek.
Onderzoek
Gelegen tussen drie stedelijke gebieden, is het dorpse en karakteristieke reliefrijke cultuurlandschap wat de streek onderscheidt van haar directe omgeving. Een omgeving waar, minder dan voorheen, het noaberschop een belangrijke rol heeft gespeeld. Dichtbij twee belangrijke verenigingsgebouwen, met het nog sterk aanwezige verenigingsleven, bevindt zich de lokatie.
Een typisch voorbeeld van cultuurgrond, een transformatie van natuur, naar landbouwgrond en later naar sportvelden. Gevolg is een uitvergroting van de natuurlijke aanwezige condities, met een extreem hoogteverschil tussen het veld en de het beekdal van ruim vijf meter.
Landschappelijk ontwerp
In de lokatie zit een bruikbare tegenstelling. Aan de provinciale weg, bij het verenigingsleven, is de dynamiek aan de noordzijde is de rust en het landschap. De nieuwe ontwikkeling gaat door met het eeuwenoude transformatieproces. De verhoogde ligging zorgt voor een gezamenlijke niveau waar wordt geleefd. Nevenfuncties bevinden zich hier boven en onder. Op de rand van de zandrug wordt een balans gezocht tussen de openbare, private en de collectieve ruimte. Door dicht bij elkaar te wonen, heeft men steun aan elkaar en kan externe zorg geminimaliseerd worden.
Er ontstaan verschillende collectieve erven die trapsgewijs steeds verder van de dynamiek en het verenigingsleven af staan en steeds meer verbonden zijn met de rust en het landschap. Dit sluit aan bij de specifieke gebruikers en zorgvraag.
Architectonisch ontwerp
(1 gebouw)
de plek opent zich van een gesloten pad in de richting van het open veld. Deze kwaliteit wordt in de architectuur geadopteerd. Het lange volume wordt het verlengde van de bomenrij. Door de lijnen in het landschap te volgen verankerd het erf zich met de plek. In het gebouw wordt de open ruimte weer opgedeeld in een schaal die aansluit bij dagelijks gebruik. Het korte volume creëert een erfruimte. Een deel van het landschap wordt ‘gevangen’, waardoor het nog sterker wordt verankerd.
Een nieuwe vorm van wonen in het gebied. Een nieuwe functie en gebouw in een nieuwe tijd. De gebruikers van het woonmilieu zoeken contact met de omliggende bewoners. De architectuur is een nieuwe en zoekt aansluiting met de lokale cultuur. De kap articuleert de juiste taal, het is duidelijk een gebouw dat aansluiting zoekt bij de gemeenschap.
De schil van het gebouw functioneert als een ruime warmtebuffer. Lamellen filteren het warme zomerlicht en geven ruimte aan winterse zonnestralen. De plattegrond is een herinterpretatie van het ‘Loshoes’. Het traditionele boerderijtype van deze streek, waarbij het wonen en het werken zich onder 1 kap bevinden. In de collectieve ‘deel’ staat ontmoeting en contact centraal, de dagkant, de zonzijde. De grond komt hier naar binnen als een stamplemen vloer.
In een dergelijke intensief woonmilieu is keuzevrijheid tussen ontmoeten en afzonderen erg belangrijk. Door schijven onder de kap te plaatsen ontstaan er ruimten met verschillende privacyniveaus. Passend bij de ruimte en het gebruik zijn er schijven in de vorm van kasten, wanden of vloeren van verschillend materiaal, kleuren, hardheden en transparanties gemaakt. Het spant functioneert afzonderlijk van de schijven. Het is de drager van de schil die aansluiting zoekt bij de omliggende cultuur. Het spant neemt een op traditie geïnspireerde vorm aan. De vloer van de privéwoningen zijn van hout, hierdoor ontstaat een voelbaar verschil met de collectieve stamplemen vloer. Eilanden binnen het collectief.
De keuken is de intermediair tussen de collectieve en private ruimten. Eventuele zorg hoeft alleen via deze ruimte naar de bad en slaapruimte. Het is een open lichte en hoge ruimte. De witte wand benadrukt deze hoogte. Het is ook de gang naar boven en weerkaatst extra licht de ruimte in. Contact met de collectieve ruimte kan geregeld worden middels lamellen. Het slaapvertrek is achter die witte wand gelegen. Aan de ochtendzon. Geen uitzicht, wel daglicht. Geen inkijk. Schijven sluiten helemaal op elkaar aan, waardoor er geen doorgaande ruimte met de rest van het gebouw is. De woonkamer is een doorgaande ruimte met het collectief, je bent wel buiten het zichtveld. Het is een lage besloten ruimte wat het terugtrekken benadrukt.
De middelste woning is bestemd voor een persoon alleen. Deze persoon zal meer reden nodig hebben om zich in de collectieve ruimte te bevinden. Dit uit zich doordat de keukenruimte zich hier meer opent richting de collectieve ruimte. Er is een kachel aanwezig om de ruimte wat bij te verwarmen. Een aantrekkelijke plek om samen te komen. De mate van contact kan altijd zelf worden gedoseerd. Er is niets dwingends.
Collectieve ruimten ontstaan tussen de woonruimten. Met elke collectieve ruimte zijn eigen kwaliteit bepaald door plek en behoefte. Zo ontstaan er ruimten die het gebouw sterk met de plek verbind. Geen doodlopende routes, zodat het vanzelfsprekend is dat iedereen er gebruik van maakt.